Een kleine zelfstandige die een vordering op een bedrijf heeft kan een bijzondere positie krijgen als het bedrijf waarop hij een vordering heeft failliet gaat. De laatste tijd gaan er gelukkig iets minder bedrijven failliet, maar in de detailhandel zou het zomaar kunnen dat er nog een aantal faillissementen aan zitten te komen. Een kleine zelfstandige die aangenomen werk heeft uitgevoerd voor een failliet bedrijf kan een bevoorrechte vordering hebben. Dit betekent dat hij met voorrang betaald kan worden en hij dus geen concurrent schuldeiser wordt!
Wanneer heb je een vordering die bevoorrecht is?
Er is sprake van aanneming van werk als de vordering ontstaan is uit een overeenkomst die als strekking had om een bepaalde zaak te bearbeiden. De bevoorrechte vordering die je dan hebt, ziet ook alleen op de zaak die volgens de overeenkomst bearbeid is. Dat klinkt wat vaag, maar een vordering die is ontstaan uit aanneming van werk is bijvoorbeeld een vordering die ontstaan is na de reparatie van een auto. Ten aanzien van die auto heb je dan een bevoorrechte vordering.
Alleen kleinere bedrijven worden beschermd
Om verder te kunnen spreken van een bevoorrechte vordering moet er ook sprake van een kleinere onderneming. De bevoorrechte vordering ontstaat namelijk wegens aanneming van werk. Iemand die een onderneming heeft en werknemers in dienst heeft om het feitelijke werk te doen, kan zich niet op dit voorrecht beroepen. Het moet gaan om een zelfstandige die zelf regelmatig op de werkvloer te vinden is, of een of meer bestuurders van een vennootschap die zelf regelmatig op de werkvloer te vinden zijn.
Als laatste voorwaarde geldt nog dat de vordering niet meer dan 2 jaar geleden ontstaan mag zijn. Het voorrecht is een vrij sterk voorrecht, het gaat in sommige gevallen zelfs boven pandrecht. Als je dit voorrecht in kunt roepen, maak je aanzienlijk meer kans om je vordering betaald te zien worden, dan wanneer je dit voorrecht niet zou hebben.