Payrolling wordt steeds gebruikelijker. Inmiddels zijn er meer dan 200.000 mensen die bij een payroller op de loonlijst staan. De verwachting is dat er in de toekomst nog meer mensen zullen zijn die op deze manier in dienst worden genomen. Toch bestaan er rond payrolling nog behoorlijk wat misverstanden. De belangrijkste drie misverstanden rondom payrolling worden daarom hier op een rijtje gezet.
Bij payrolling is er een verschil in beloning tussen ‘eigen’ personeel en personeel dat op de payroll staat.
Deze stelling is in zijn algemeenheid onjuist. Bij payrolling wordt er in principe gelijk beloond. Er is dus bijna geen verschil tussen mensen die via payrolling aan het werk gaan en tussen mensen die in dienst zijn bij de feitelijk werkgever.
Met de inwerkingtreding van de Wet Werk en Zekerheid hebben werknemers die bij een andere organisatie op de loonlijst staan en werknemers die bij de eigen organisatie op de loonlijst staan recht op gelijke beloning, een min of meer gelijk pensioen en het recht op scholing. Er zijn echter nog wel een aantal verschillen op het gebied van doorbetaling bij ziekte, of op het gebied van vakantiedagen.
Payrolling is een makkelijke manier voor een werkgever om aan zijn verplichtingen te ontkomen
Bij payrolling heeft een werknemer dezelfde rechten als een andere werknemer. Je krijgt ook als werknemer ook gewoon een arbeidscontract als je bij een ander bedrijf op de payroll wordt geplaatst. Het enige verschil is dat deze verplichtingen door een ander bedrijf nagekomen moeten worden, omdat zij jouw juridisch werkgever zijn geworden.
Payrolling is hetzelfde als uitzenden
Er is een groot verschil tussen een uitzendkracht en een medewerker die op de payroll staat bij een ander bedrijf. Een uitzendkracht wordt door de uitzendorganisatie aangetrokken en vervolgens naar een ander bedrijf gestuurd. Bij payrolling trekt de feitelijk werkgever zelf de werknemer aan en brengt deze vervolgens onder bij de payroller.